OPRICHTINGSPRINS 1953

 
Prins Willem v.d. Broeck & Prinses Jeanette Ramaekers

Hoe het begon

De geschiedenis van de carnavalsvereniging start in het jaar 1953, wanneer een aantal mannen een werkcomité vormt dat als doel heeft bals en een optocht te organiseren. Bovendien waren zij voornemens steeds een prins Carnaval uit te roepen. Dit werkcomité kon het niet alleen af en dus werd de bevolking van Hulsberg opgeroepen naar een vergadering te komen. Het comité wilde genoeg medestanders verzamelen om een Raad van Elf te kunnen samenstellen en daar slaagde het in, want een aantal heren uit de Hulsbergse gemeenschap zegden hun medewerking toe.

De eerste Raad van Elf bestond in 1953 uit de heren J. Erven. J. Gerards. W. van de Broeck. J. van de Bosch, G. Huntjens, L. Hendriks, E. Badjou, H. Slangen, H. Hendriks, F. Rietrae, J. Ritzen, W. Schoffelen., J. Muys en J. Speetjens. Ook was er al sprake van een prins: Willem v. d. Broeck mocht zich de oprichtingsprins van de vereniging noemen bijgestaan door Jeanette Ramaekers.
 
 
 
 
Het comité zou nog voor het eerstvolgend carnavalsseizoen een fiks aantal werkzaamheden moeten verrichten: er moesten afspraken worden gemaakt met de kasteleins, de prins moest worden geïnstalleerd, het carnavalslied gekozen en de optocht georganiseerd. Maar dan eindelijk was het zover: in dancing Gerards werd prins Albert I (van de Broeck) geïnstalleerd. Prins Albert I werd bijgestaan door de eerste bloemenprinses: Maria Cruts-Knols. Zij was de uitverkorene die op het prinsenbal de meeste rozen in ontvangst mocht nemen. Op carnavalszondag 1954 verleent de burgemeester van Hulsberg zijn medewerking aan de sleuteloverdracht en een prachtige optocht valt te bewonderen. De eerste optocht in 1954 bestond maar liefst uit 11 wagens en verschillende groepen, die onder begeleiding van fanfare St. Caecilia en fanfare St. Clemens door de straten trokken.

Helaas moest deze optocht uittrekken onder grauwe wolken en in de sneeuw. Maar binnen minder dan een jaar was het werkcomité erin geslaagd een heuse carnavalsvereniging op te richten. En deze vereniging zou "De Beumerwalders" heten. Dhr. Erven vertelde destijds dat deze naam is ontleend aan een gedeelte van Hulsberg, gelegen 'op de hei'.

In 1955 lukte het de carnavalsvereniging opnieuw een prins uit te roepen. Hij kwam zelfs uit Aalbeek. Wim I (Driessens) mocht de Hulsbergse gemeenschap voorgaan in het tweede carnavalsseizoen van de Beumerwalders. Alweer sneeuwde het tijdens de sleuteloverdracht en tijdens de optocht. De overdracht vond plaats op het balkon van het gemeentehuis, iets dat met dat weer bepaald geen pretje was, maar Nicodemus met zijn fratsen en de burgemeester deden de koude snel vergeten. Ook dit jaar mocht de carnavalsvereniging rekenen op medewerking van de beide fanfares en op de ruiterclub Hulsberg, die met de optocht mee trokken. De gemeentelijke en parochiële overheid spraken in 1955 de wens uit dat de carnavalsvereniging een echt bestuur zou vormen uit de huidige leden. Hieraan gaven de Beumerwalders gehoor en Jos van Spanje trad aan als voorzitter. Als vicevoorzitter werd A. Kerckhoffs jr. benoemd. Verder waren H. Hendriks, W. v.d. Broeck, G. Renes, J. Erven. W. von Weersch, E. Meers en M. Gijzen van de partij.

De gezamenlijke kasteleins organiseerden de opening van het seizoen 1956/1957 in zaal Dreessen. De andere kasteleins hadden hun zaak voor dat moment gesloten. In verband met de gebeurtenissen in Hongarije werd het bal overigens enigszins aangepast. Onder presidentschap van Jos Erven werd in 1957 de nieuwe prins uitgeroepen: Sjeng I (van Spanje).

De kasteleins en de carnavalsvereniging streefden ernaar om de verschillende activiteiten op verschillende locaties doorgang te laten vinden. In 1958 werd de 33-jarige Sjeng Ritzen (Sjeng II) uitgeroepen. Hij wist zich gesteund door een Raad van Elf, die overigens in die dagen steeds wisselde van samenstelling. Er was sprake van een zeer goede sfeer tijdens deze carnavalsdagen, aldus de notulen van de bestuursvergadering. Meer en meer leek de carnavalsvereniging erin te slagen Hulsberg carnavals-minded te maken. Toen dan ook alweer het 1e lustrum werd gevierd, hadden de Beumerwalders er inmiddels voor gezorgd dat Hulsberg elk seizoen voortaan met recht de naam Beumerwald mocht dragen.